Hoe het begon…
Vorig jaar deed ik mijn eerste ‘hele’ (3.8km zwemmen, 180km fietsen en 42.2km lopen) in het Duitse Roth. Een zware dag, maar een van de mooiste dingen die ik ooit heb meegemaakt. De volgende ochtend was het vrij duidelijk ‘eens maar nooit meer’; alles deed pijn… Maar de volgende avond was er al de nuance ‘misschien toch ooit nog een keer’, en nog geen week later ontstond het plan om naar Kopenhagen te gaan: op de jaarlijkse barbecue van mijn club Hellas werd er hard gelobbyd, en uiteindelijk wisten we met een recordaantal van 14 atleten elkaar te motiveren voor deze wedstrijd…
Het hele jaar hard getraind, met de ups-en downs die erbij horen (de combinatie ‘verbouwen-teveel werken- en trainen was af en toe niet heel verstandig…), geleerd van de ervaring van vorig jaar, dus samen met coach Jacomina niet alleen het trainingsschema aangepast, maar ook gepuzzeld hoe we voeding tijdens de wedstrijd goed zouden krijgen, en hoe ik mijn tempo kan doseren (mijn grootste valkuil is dat ik veel te hard fiets, waardoor de laatste fietskilometers zwaar zijn, en het lopen een stuk langzamer gaat… het mantra ’15 minuten langzamer fietsen is 30minuten sneller lopen’ is dan ook het hele jaar m’n hoofd niet uit gegaan…).
Een aantal mooie voorbereidingswedstrijden gedaan in het voorseizoen, langzaam maar zeker voeding en doseren verder ‘getweakt’, en vol gezonde spanning een week voor de wedstrijd naar Kopenhagen afgereisd…. Een weekje ‘relaxen’ volgde (lees: eten, slapen, weer eten, weer slapen, stukje zwemmen, eten, slapen, stukje lopen….). De dag voor de wedstrijd de fiets ingeleverd, de laatste weersvoorspellingen bekeken (zag er goed uit: droog en windstil!), en vroeg naar bed…
En dan gaat de wekker…
Om 03.30… Een mooie tijd om de dag te beginnen 🙂 Ontbijtje, bidons vullen, en dan met de trein naar de start, die er op dat moment nog heel vreedzaam bij ligt….
Een half uurtje voor de start m’n bandjes opgepompt, laatste dingen gecheckt, en er tot m’n grote schrik achter gekomen dat m’n fietscomputer stuk is…. Dit levert meteen stress op; ik had zorgvuldig mijn hele wedstrijd erin geprogrammeerd; hij zou waarschuwen wanneer ik moest eten, drinken, en wanneer m’n hartslag te hoog of te laag zou zijn, zodat ik mijn energie goed kon verdelen… Maar ja, een keer vloeken, en richting de start. Wetsuit aan, en de laatste minuten voor de start als een gek m’n horloge instellen, zodat er vergelijkbare waarschuwingen zouden klinken… Niet de meest ideale ontspannen voorbereiding…
En toen mochten we weg! Er werd gestart in groepen van ongeveer 500 man/vrouw, en in iedere groep zaten wel wat clubgenoten. Vandaag is het ieder voor zich, maar wel leuk om elkaar onderweg tegen te gaan komen!
Een korte sprint over het strand het water in, en dan op zoek naar een beetje ruimte; 500 zwemmers willen allemaal de kortste route naar de eerste boei, en ik besloot een beetje in de buitenbocht te zwemmen, zodat ik rust om me heen had. Helaas hadden meer mensen dat bedacht… Veel duwen en trekken, en toen uiteindelijk na die eerste boei de groep een beetje uit elkaar begon te vallen kwam de eerste (van 6) brug waar we onderdoor moesten. Een versmalling, dus weer opnieuw het gevecht aangaan om je plek te verdedigen… Normaal zijn dit soort gevechten na een paar honderd meter wel over, vandaag leek het tot aan de eindstreep te duren. Ik heb geen meter ‘lekker’ gezwommen, en was vooral heel blij dat ik eindelijk het water uit mocht… Snel op de klok gekeken: 1uur09, shit, da’s wel sneller dan vorig jaar, maar ik had toch echt onder de 1’05 willen (en kunnen) zwemmen… Maar ja, niet meer terugkijken, focus op wat er nog voor je ligt deze dag, en onder de omstandigheden is het toch een mooie zwemtijd…
Wetsuit uit, helm op, schoenen aan, en fietsen maar! Wat geslalom de stad uit, daarna een mooi lang stuk langs de kust, een beetje wind mee, uitzicht op Zweden (waarbij ik me kilometers lang afvroeg ‘hoe ver zou dat zwemmen zijn???’, ach, je moet af en toe een uitdaging op blijven zoeken 🙂 ). Uiteindelijk een mooie heuvelachtige ronde door het binnenland gemaakt; tempo voelde lekker (ik had bewust geen tijd in beeld op m’n horloge, om niet in de verleiding te komen om harder te gaan), hartslag was mooi onder controle, op tijd gegeten en gedronken, en de teamgenootjes die ik inhaalde of die mij inhaalden waren precies op de punten dat we het verwacht hadden; kortom: tot zover leek iedereen precies volgens plan te presteren!
Na 90km zit de eerste ronde er op, en begint voorzichtig het aftellen. Nu is het zaak rustig te blijven; ik ken de route nu, dus ik weet waar ik eventueel nog een beetje gas bij kan geven, en waar niet. Als ik van de kustweg het binnenland indraai blijkt het voorzichtige windje veranderd in keiharde wind tegen. Zelfs rustig fietsen kost energie, en het is zaak om niet teveel in te zakken qua tempo. Toch merk ik dat de wedstrijdfocus verslapt: de hartslag is te laag, maar ik heb moeite me te motiveren. Gelukkig zitten er een paar lastige stukken in het parcours (zoals een hele vervelende kasseienstrook van een kilometer) die me wakker schudden en me doen beseffen dat het wel degelijk een wedstrijd is. Kom op, even doorpakken nu! De laatste 15km zijn (mentaal) loodzwaar: terug de stad in, dus je gevoel zegt dat je er bijna bent, terwijl de ratio weet dat het nog 15km is. Ondertussen is het gevecht met de wind ook een gevecht met regen en kou geworden… Blij dat ik de wisselzone heb bereikt stap ik van de fiets…
Het mooie aan dit soort lange evenementen is dat je mentaal op zo’n dag alle kanten opstuitert; op het moment dat ik van de fiets stapte had ik nergens meer zin in, snel m’n loopschoenen aangetrokken, en al na twee stappen was m’n hoofd er weer bij: wat voelde dit lekker! Normaal is de overstap van fietsen naar lopen erg pijnlijk, maar dankzij héél veel koppeltrainingen (fietsen-lopen-fietsen-lopen-fietsen-lopen etcetera) in het voorseizoen is het lichaam eraan gewend geraakt. De eerste loopronde (van 4) dwars dor het centrum va Kopenhagen gaat vanzelf. De regen is verdwenen, een voorzichtig zonnetje breekt door, een enorme club meegereisde supporters staat langs het parcours, en regelmatig kom je clubgenoten tegen op het parcours. Daarnaast weten de Denen hoe ze een feestje moeten bouwen; dus de energie van alle supporters langs de kant maakt die marathon een eitje!
Nou ja, tot de tweede ronde dan… De vlakke stukken in het parcours gaan goed, maar er zitten een paar steile bruggen in, en ik moet bij deze klimmetjes nu toch wandelen… De derde ronde beginnen m’n bovenbenen écht te protesteren, en als ik 15km voor de finish trainingsmaatje Maike inhaal, besluiten we de laatste anderhalve ronde samen te lopen. Fijn om elkaar door de zware momenten te kunnen slepen, en mede daardoor gaan die laatste 15 kilometer relatief ‘makkelijk’.
De laatste 500 meter was een feest, en samen kwamen we over de finish, allebei met een dik PR op de hele triatlon, terwijl de speaker de (voor iedere triatleet) magische woorden schreeuwt ‘You are an Ironman!
Een topdag: alle 14 Hellas atleten de finish gehaald, en alle 14 tevreden met de tijden. De eerste reactie was uiteraard ‘dit nooit meer’, maar nu worden er natuurlijk alweer druk plannen voor volgend jaar gesmeed…
Dank voor alle support: zowel in Denemarken, als via sms/whatsapp/twitter/mail! Stiekem is het op de zware momenten op zo’n dag héél fijn om te weten dat er in Nederland mensen aan je denken 🙂
En voor de statistici:
IronMan Copenhagen — 11’25’48
3.8km swim — 1’09’30
180 km bike — 5’42’13
42.2km run — 4’20’46
Leave a Reply